VVVaria
VVVaria 29-8-2019
De Zilveren Bal-winst van 1954
De zomer van 1954 is niet de meest rustige in de geschiedenis van VVV. En dat is nog zacht uitgedrukt. De komst van profclub Venlo heeft door de daaropvolgende exodus een flink gat in de selectie gebrand. Sterspeler Herman Teeuwen heeft de overstap naar de Venlose profs gewaagd, en zo zijn er nog flink wat VVV-spelers vertrokken: ook onder meer Piet Gubbels, Jeu Sijbers en Hay Lamberts hebben de verleiding van wapperende bankbiljetten niet kunnen weerstaan.
De verwachtingen voor het komende seizoen van VVV, dat nog altijd een amateurclub is, zijn dan ook niet heel hoog. Gelukkig zijn de cracks Jan Klaassens en Gijs Nass wél gebleven, zij zullen de kartrekkers van de leeggeroofde Kraalclub worden. De twee zijn al jarenlang boegbeelden van de club, supporters zijn dan ook opgelucht dat zij in elk geval behouden blijven voor VVV. Verder beschikt VVV over spelers als Jan Schatorjé, Hay Nijholt, Willy Heger, Janus van Rooy en de nog piepjonge reservedoelman René Pijnenburg.
De Venlose club doet deze zomer, net als in 1949, 1951, 1952 en 1953, weer mee aan het toernooi om de Zilveren Bal. Het prestigieuze toernooi vindt elk jaar plaats in Rotterdam en wordt gezien als de officieuze start van het voetbalseizoen. De Zilveren Bal is in aanzien in die tijd belangrijker dan de KNVB-Beker. Voor het toernooi, dat sinds 1901 bestaat, geldt geen vrije inschrijving: clubs worden uitgenodigd door de organiserende club Sparta. In de beginjaren is het vooral een aangelegenheid voor deftige clubs, volksclubs werden niet toegelaten.
Beetje bij beetje worden ook andere clubs gevraagd: in 1921 bijvoorbeeld mag arbeidersclub Feijenoord voor het eerst meedoen. Het toernooi om de Zilveren Bal wordt in drie opeenvolgende weekenden in augustus afgewerkt, wie het toernooi drie keer achter elkaar wint of vijf keer in totaal mag de bijbehorende wisselbeker definitief houden. Eén van de redenen dat het evenement zo populair is, is dat publiek voor relatief weinig geld passe-partouts kan kopen en zo meerdere wedstrijden tussen topteams kan bezoeken.
Het door Daan van Beek getrainde VVV is dan wel weer haast traditiegetrouw van de partij, maar in eerdere edities werd de finale geen enkele keer gehaald en er is niemand die er ook maar een beetje rekening mee houdt dat dat dit jaar wel zou gaan gebeuren. Het ernstig verzwakte VVV, dat de reizen naar en van Rotterdam overigens steevast per trein afwerkt, ziet het toernooi vooral als een manier om beter op elkaar ingespeeld te raken: na alle mutaties is het voor het nieuwe elftal zaak meters te maken. Begin september begint immers de competitie, dus dat VVV is uitgenodigd om mee te spelen om de Zilveren Bal is erg welkom.
Meedoen mag dan wel belangrijker zijn dan winnen, toch gaat het boven verwachting goed met de Venlonaren. In het eerste weekend wordt SC Enschede dankzij goals van Jan Schatorjé en Janus van Rooy met 2-0 verslagen. Een week later wint VVV opnieuw: doelpunten van Jan Schatorjé en Willy Heger zorgen ervoor dat met 2-1 van DOS wordt gewonnen. Doordat wedstrijden slechts twee keer dertig minuten duren vindt de halve finale tegen Feijenoord meteen op dezelfde dag plaats. Dankzij opnieuw Jan Schatorjé komt VVV met 1-0 voor, een voorsprong die lang wordt vastgehouden. Toch wordt het uiteindelijk 1-1 en moeten strafschoppen de beslissing brengen. Die beslissing valt in Venloos voordeel uit, waardoor tot ieders verbazing de finale wordt gehaald.
De Zilveren Bal-finale vindt plaats op 29 augustus, het Rotterdamse Xerxes is de tegenstander. Anders dan de voorgaande wedstrijden duurt de finale, die ruim zestienduizend toeschouwers trekt, wél gewoon twee keer vijfenveertig minuten. Xerxes heeft het jeugdige talent Coen Moulijn in de gelederen, maar de grote ster blijkt die dag international Jan Klaassens te zijn. In de eerste helft is VVV al heer en meester, toch komt Xerxes volkomen tegen de verhouding in op voorsprong: via Coen Rijshouwer wordt het 0-1.
Na de pauze stelt VVV orde op zaken: via Janus van Rooy (twee keer) en Jacques Gubbels wordt het 3-1. Twee van de doelpunten ontstaan na passes van Klaassens. In de kranten zou na het weekend vol lof over de Venlonaar geschreven worden: hij wordt geprezen om de vele bergen werk die hij verricht. Volgens de pers kan de Zilveren Bal-zege dus voor een flink deel op het conto van Klaassens worden geschreven. Zoals altijd bij dit soort loftuitingen reageert Jan bescheiden over zijn rol: ‘Och, ik had toevallig een bijzonder gelukkige dag.’ Het speciale aan Klaassens is alleen dat hij opvallend vaak dit soort gelukkige dagen heeft.
Een gelukkige dag is het die late augustusdag voor VVV zeker: de club wint zowaar een hoofdprijs en krijgt een staande ovatie van het publiek. De zo gewilde Zilveren Bal wordt aan aanvoerder Gijs Nass uitgereikt door de vooroorlogse vedette en Sparta-icoon Bok de Korver, VVV is geheel volgens de traditie gehuld in de welbekende witte badjassen.
Vervolgens barst een groot feest los, iedereen is logischerwijs in een uitgelaten stemming. Ter afsluiting van het Zilveren Bal-toernooi vindt er een luxe diner plaats in restaurant Caland West. Ter plekke krijgen de spelersvrouwen te horen dat zij niet uitgenodigd zijn: dit diner is toch echt alleen voor de selectie, de staf en het bestuur. De vrouwen besluiten er maar een gezellig avondje bioscoop van te maken. Gezellig wordt het tijdens het etentje ook, al hebben veel VVV-spelers zichtbaar moeite met de heersende etiquette: zo chique uit eten gaan, dat hebben ze nog niet eerder meegemaakt. Na het restaurantavontuur sluiten de dames weer aan en wordt er nog stevig gefeest.
Het Zilveren Bal-toernooi staat hoog aangeschreven in de voetbalwereld, maar verliest na 1954 zijn glans: deelname is slechts voorbehouden aan amateurs en aangezien snel erna in heel Nederland het profvoetbal wordt ingevoerd is het niet langer mogelijk aansprekende deelnemers te regelen. Na een jaar zonder toernooi wordt in 1956 nog één keer in Rotterdam gespeeld. Met alleen maar amateurverenigingen lijkt het Zilveren Bal-toernooi in bijna niets meer in wat het eerst was, op één ding na: de amateurgeest staat hier nog altijd centraal. Dat zorgt er wel voor dat de publieke belangstelling flink afneemt: die is dan immers al lang en breed profs gewend.
Vanaf 1957 is Den Haag de nieuwe speelstad, waar het toernooi nog tot 1985 zal blijven bestaan. Winnaars zijn in die jaren clubs als Laakkwartier, CVV en HVV, maar zo belangrijk als de Zilveren Bal tot en met 1954 was, is het sindsdien nooit meer geworden.
Je zou VVV dus als de laatste echte winnaar van de Zilveren Bal kunnen beschouwen. Hoe dan ook: met de Zilveren Bal en de KNVB Beker van 1959 heeft VVV in haar rijke historie twee échte hoofdprijzen gewonnen. Opdat we nooit vergeten.
Met dank aan René Pijnenburg, voor de anekdotes en het archiefmateriaal.